Ziekteverzuim is een realiteit voor iedere organisatie. Maar wat gebeurt er wanneer een medewerker langdurig uitvalt? De Wet verbetering poortwachter (WvP) is sinds 2002 van kracht en helpt werknemers zo snel én verantwoord mogelijk terug te keren naar werk. Deze wet legt zowel administratieve als financiële verplichtingen bij werkgevers neer. In dit artikel zetten we de belangrijkste punten op een rij.
Wat is de Wet verbetering poortwachter?
De WvP schrijft voor dat werkgever en werknemer, samen met een arbodienst of bedrijfsarts, actief werken aan re-integratie. Dat betekent: begeleiden, plannen maken en op tijd de juiste stappen zetten om sancties van het UWV te voorkomen.
Het eerste ziektejaar: stappen die je moet zetten
In het eerste ziektejaar zijn er duidelijke termijnen en verplichtingen:
Binnen 1 week: ziekmelding bij de arbodienst of bedrijfsarts.
Week 6: probleemanalyse.
Binnen 8 weken: opstellen van een Plan van Aanpak.
Week 42: ziekmelding bij het UWV.
Week 46-52: eerstejaarsevaluatie van het plan.
Kan de medewerker niet terug naar de eigen functie? Dan start spoor 2: re-integratie buiten het bedrijf.
Het tweede jaar: richting WIA
Na twaalf maanden verschuift de aandacht naar langdurige arbeidsongeschiktheid. Belangrijke momenten zijn:
Na 20 maanden: re-integratieverslag opstellen.
Einde tweede jaar: eindevaluatie van het plan.
Week 87: UWV stuurt WIA-aanvraagformulier.
Daarna volgt de beoordeling door het UWV, inclusief eventueel een keuring.
Verantwoordelijkheden van werkgever en werknemer
De werkgever moet passend werk aanbieden, binnen of buiten de organisatie. Lukt dat niet intern, dan volgt een extern traject, vaak met ondersteuning van een arbeidsdeskundige.
De werknemer is verplicht actief mee te werken. Een redelijk voorstel voor passend werk mag niet worden afgewezen. Gebeurt dat wel, dan kan het loon worden stopgezet – of volgt ontslag.
Loon doorbetalen bij ziekte
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om twee jaar lang minimaal 70% van het loon door te betalen. In het eerste jaar geldt dat dit minstens het minimumloon moet zijn.
In de praktijk ligt dit vaak hoger:
1e jaar: 100% (bij FITZ ook volledig doorbetaald)
2e jaar: meestal 70%, bij FITZ 80%
Hoe werkt loonkorting in de praktijk?
Loonkorting vraagt om een zorgvuldige verwerking. Sommige organisaties gebruiken Excel om handmatig salarisaanpassingen te doen. Anderen werken met een geautomatiseerd PSA-systeem dat dit proces ondersteunt.
Wat betekent loonkorting voor de medewerker?
Een lager inkomen heeft directe gevolgen voor het dagelijks leven. Vaste lasten worden moeilijker te dragen, vooral bij hoge woonkosten. Soms ontstaat recht op toeslagen of een WIA-uitkering.
Deze financiële onzekerheid – gecombineerd met de mentale impact van ziekte – maakt het proces extra zwaar.
Meer dan alleen cijfers
Langdurige afwezigheid raakt niet alleen de portemonnee. Het tast ook het gevoel van zekerheid aan. Voor werkgevers is het vaak zoeken naar balans: hoe verdeel je het werk? Is er vervanging nodig? En keert de medewerker nog terug?
Elke situatie vraagt om maatwerk. En vooral: om goed contact tussen werkgever en werknemer.
Tot slot: voorkomen is beter dan genezen
Een gezonde werkcultuur, preventieve ondersteuning en snelle actie bij beginnende klachten maken een groot verschil. Daarmee voorkom je langdurig verzuim én de kosten die erbij horen.
Geschreven door Leontien Oosterhof, Consultant HR & Payroll